De verschillende bedrijfsvormen
Eénmanszaak
Tot ongeveer € 20.000,- commerciële winst betaalt een persoonlijke ondernemer praktisch geen inkomstenbelasting. Dit komt doordat de (startende) ondernemer recht heeft op een scala aan ondernemersaftrekken en faciliteiten.
De belangrijkste zijn:
- de zelfstandigenaftrek,
- de startersaftrek,
- de MKB-winst vrijstelling,
- de (fiscale) oudedagsreserve (FOR),
- de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek,
- willekeurige afschrijvingen,
- aftrek aanloopkosten en
- verliesverrekeningen.
De fiscale winst komt door toepassing van al deze aftrekken en faciliteiten op nihil. Naast bovengenoemde aftrekken kan de (startende) ondernemer gebruik maken van een andere belangrijke regeling in de omzetbelasting: de kleine ondernemers- regeling (KOR). Indien u als ondernemer per saldo aan omzetbelasting minder hoeft te betalen dan € 1.345,- per jaar, dan betaalt u geen enkele euro aan omzetbelasting.
Eenmanszaak of Besloten Vennootschap (B.V.)
Iedere ondernemer staat voor de vraag welke rechtsvorm of vennootschapsstructuur hij voor zijn onderneming moet kiezen. De ondernemer moet zich afvragen wat wenselijk is voor zijn situatie. Ondernemen is per definitie risico nemen. Laat de keuze van een rechtsvorm derhalve uitsluitend bepalen door de risico's die u loopt en/of kunt lopen bij de uitoefening van uw bedrijf. Pas daarna, bij geen of gelijke risico's, speelt het fiscale motief een rol. Immers, als u persoonlijk aansprakelijk bent gesteld en u verliest uw gehele privé vermogen, dan is voorkoming daarvan belangrijker dan het fiscale voordeel dat u eventueel zou kunnen behalen door te kiezen voor een een manszaak als rechtsvorm. De keuze van de rechtsvorm heeft belangrijke gevolgen.
Gevolgen die betrekking hebben op:
- bescherming privé-vermogen
- belastingtarieven en -faciliteiten
- continuïteit
- oprichtingskosten
- publicatieverplichtingen
Er wordt veel gesproken over de vraag waar het fiscale omslagpunt ligt voor de keuze B.V. of eenmanszaak. Er worden uiteenlopende bedragen genoemd: € 100.000,-, € 150.000,- en zelfs € 200.000,-. Zeer waarschijnlijk hebben ze allemaal gelijk. Dit hangt namelijk geheel af van de persoonlijke situatie en van de plannen van de ondernemer. Op basis van rekenmodellen kunnen we per individuele situatie bekijken waar het omslagpunt ligt.
Besloten Vennootschap (B.V.)
Het Nederlands recht maakt het mogelijk dat alle aandelen van een B.V. (Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) in handen zijn van één natuurlijk persoon (of rechtspersoon).
Procedure oprichting B.V.:
- invullen formulier personalia oprichter(s)
- opstellen concept akte door notaris
- contact opnemen met bank voor het openen van een bankrekening op naam van de B.V. in oprichting
- storten van het benodigde kapitaal op deze bankrekening
- afspraak notaris voor het passeren van de oprichtingsakte
Holdingstructuren
Wie overweegt voor zijn onderneming een B.V. op te richten doet er goed aan direct een (eenvoudige) holdingstructuur te overwegen. De jaarlijkse extra kosten zijn beperkt en de juridische en fiscale voordelen groot. Een holdingstructuur bestaat uit een vennootschap (de holdingmaatschappij) die aandelen houdt in een andere vennootschap (de werkmaatschappij). De ondernemingsactiviteiten worden in de werkmaatschappij uitgeoefend. In de werkmaatschappij wordt ook het daadwerkelijk ondernemingsrisico gelopen. Belangrijke activa voor de onderneming die de ondernemer wenst af te scheiden van het risicovolle ondernemingsvermogen in de werkmaatschappij kunnen worden ondergebracht in de holdingmaatschappij.
Men kan dan denken, intellectuele eigendomsrechten, vergunningen, overtollige winstreserves en onroerend goed. Ten aanzien van het onroerend goed ziet men ook vaak dat dit in een separate vennootschap (onroerendgoed-maatschappij) wordt ondergebracht. Indien een werkmaatschappij in een verlieslijdende situatie geraakt of zelfs failliet gaat, blijven de activa die in de holding zijn ondergebracht buiten schot. Schuldeisers of curatoren van de werkmaatschappij kunnen zich in beginsel niet verhalen op het vermogen van de holding.
Een holding wordt ook vaak gebruikt als management-vennootschap. (Management BV) De directeur hoeft zichzelf niet meer bij elke werkmaatschappij (parttime) op de loonlijst te zetten, maar kan een salaris genieten vanuit de holding door het factureren van management-fees aan de verschillende werkmaatschappijen.
Deelnemingsvrijstelling
De deelnemingsvrijstelling houdt in dat een houdstermaatschappij (holding) onbelast winstuitkeringen (dividend) uit al haar onderliggende dochtermaatschappijen kan ontvangen. Er is dus geen vennootschapsbelasting verschuldigd is. Tevens geldt dit voor dividenden of koerswinsten bij verkoop van de aandelen van een dochtermaatschappij.
Bij de verkoop van de aandelen van een onderneming is in de regel sprake van "een aanmerkelijk-belang" transactie. De ondernemer die zijn onderneming in de vorm van een BV drijft zal zich bij verkoop van de onderneming geconfronteerd zien met het feit dat de verkoopwinst belast wordt met 25% in box 2 als inkomen uit aanmerkelijk belang.
De ondernemer die zijn bedrijf in de vorm van een eenmanszaak voert kan over de verkoopwinst zelfs belast worden met maximaal 52% inkomstenbelasting in box 1. De ondernemer die zijn onderneming in een holdingstructuur heeft ondergebracht, ontvangt de verkoopwinst echter onbelast in zijn holding op grond van de deelnemingsvrijstelling. De volledige opbrengst kan worden geherinvesteerd. De latente aanmerkelijk belangheffing van 25% kan desgewenst jaren vooruit worden geschoven.
Voorwaarde voor het kunnen profiteren van de deelnemingsvrijstelling is dat de holding minimaal 5% van het nominaal gestorte aandelenkapitaal in de dochter bezit.